Hoe een aantal.als-functie uit te voeren in r
Vaak wilt u misschien alleen het aantal rijen in een R-dataframe tellen dat aan bepaalde criteria voldoet. Gelukkig is dit eenvoudig te doen met behulp van de volgende basissyntaxis:
sum(df$column == value, na.rm= TRUE )
De volgende voorbeelden laten zien hoe u deze syntaxis in de praktijk kunt gebruiken op het volgende dataframe:
#create data frame data <- data.frame(team=c('Mavs', 'Mavs', 'Spurs', 'Spurs', 'Lakers'), points=c(14, NA, 8, 17, 22), rebounds=c(8, 5, 5, 9, 12)) #view data frame data team points rebounds 1 Mavs 14 8 2 Mavs NA 5 3 Spurs 8 5 4 Spurs 17 9 5 Lakers 22 12
Voorbeeld 1: Tel rijen die gelijk zijn aan een bepaalde waarde
De volgende code laat zien hoe je het aantal regels telt waarbij de teamnaam gelijk is aan „Mavs“:
sum(data$team == ' Mavs ')
[1] 2
De volgende code laat zien hoe je het aantal regels telt waarbij de teamnaam gelijk is aan „Mavs“ of „Lakers“:
sum(data$team == ' Mavs ' | data$team == ' Lakers ') [1] 3
De volgende code laat zien hoe je het aantal regels telt waarbij de teamnaam niet gelijk is aan „Lakers“:
sum(data$team != ' Lakers ')
[1] 4
Voorbeeld 2: rijen tellen groter dan of gelijk aan een bepaalde waarde
De volgende code laat zien hoe u het aantal lijnen telt waarbij de punten groter zijn dan 10:
sum(data$points > 10, na.rm= TRUE )
[1] 3
De volgende code laat zien hoe u het aantal rijen telt waarin bounces kleiner zijn dan of gelijk zijn aan 9:
sum(data$rebounds <= 9, na.rm= TRUE )
[1] 4
Voorbeeld 3: Tel lijnen tussen twee waarden
De volgende code laat zien hoe u het aantal lijnen telt waarbij de punten tussen 10 en 20 liggen:
sum(data$points > 10 & data$points < 20, na.rm= TRUE )
[1] 2
De volgende code laat zien hoe u het aantal rijen telt waarin de bounces tussen 8 en 10 liggen:
sum(data$rebounds > 8 & data$rebounds < 10, na.rm= TRUE )
[1] 1
Aanvullende bronnen
Hoe observaties per groep te tellen in R
Gegevens groeperen en samenvatten in R