Overdrachtseffecten: definitie en voorbeeld


Een carryover-effect is een effect dat wordt “overgedragen” van de ene experimentele behandeling naar de andere.

Dit type effect komt het vaakst voor bij onderzoeksontwerpen binnen proefpersonen , waarbij dezelfde deelnemers aan elke behandelingsconditie worden blootgesteld.

Stel dat we proefpersonen rekruteren om deel te nemen aan een experiment waarbij ze drie verschillende technieken gebruiken om de volgorde van de kaarten in een kaartspel te onthouden.

Omdat elke deelnemer elke techniek gebruikt, is de kans groot dat hij/zij zijn vermogen om de kaarten te onthouden zal verbeteren door simpelweg te oefenen in plaats van door de daadwerkelijke techniek die hij of zij gebruikt.

Dit is een voorbeeld van een carry-over-effect: het verhoogde vermogen van de deelnemer om kaarten te onthouden, wordt „overgedragen“ naar elke volgende techniek.

Overdrachtseffect

Dit type effect is problematisch omdat het het moeilijk maakt om te weten of de verschillen in prestatie tussen experimentele behandelingen al dan niet te wijten zijn aan een carryover-effect of aan de daadwerkelijke behandelingen.

Een deelnemer kan bijvoorbeeld veel betere resultaten behalen met techniek 3, maar komt dat omdat techniek 3 beter is of omdat de deelnemer tijd heeft gehad om te oefenen en zich te verbeteren voordat hij techniek 3 ging gebruiken?

Soorten overdrachtseffecten

Er zijn twee hoofdtypen overdrachtseffecten:

1. Praktisch effect

Een oefeneffect verwijst naar een overdrachtseffect waarbij de deelnemer door oefening eenvoudigweg beter wordt in bepaalde taken.

Dit betekent dat ze waarschijnlijk beter zullen presteren bij daaropvolgende experimentele behandelingen, omdat ze de tijd hebben gehad om te oefenen en te verbeteren.

2. Vermoeidheidseffect

Een vermoeidheidseffect verwijst naar een overdrachtseffect waarbij de deelnemer verslechtert in bepaalde taken omdat hij of zij moe is van het uitvoeren van eerdere experimentele behandelingen.

Het is bijvoorbeeld mogelijk dat deelnemers moeite hebben met het onthouden van de kaarten omdat ze steeds meer technieken gebruiken, simpelweg omdat ze moe of mentaal uitgeput zijn.

Praktisch effect en vermoeidheidseffect

Hoe overdrachtseffecten te minimaliseren

Er zijn verschillende manieren om overdrachtseffecten in een experiment te minimaliseren, waaronder:

1. Geef de deelnemers de tijd om op te warmen.

Eén manier om oefeneffecten te voorkomen, is door deelnemers de tijd te geven zich op te warmen voor de taak, zodat ze tijdens het daadwerkelijke experiment geen verbetering in de taak bereiken.

2. Verminder een taak.

Eén manier om de gevolgen van vermoeidheid te voorkomen, is door een taak korter of minder intens te maken. Dit maakt het minder waarschijnlijk dat deelnemers vermoeid raken naarmate ze steeds meer taken voltooien.

3. Gebruik het contragewicht.

Tegenwicht ontstaat wanneer onderzoekers experimentele behandelingen in verschillende volgordes toewijzen aan verschillende deelnemers.

Onderzoekers kunnen bijvoorbeeld 10 deelnemers vragen om drie technieken in de orde van 123 te gebruiken, nog eens 10 deelnemers om de technieken in de orde van 213 te gebruiken, nog eens 10 deelnemers om de technieken in de orde van 213 te gebruiken, orde van 312, enzovoort. Wij.

Voorbeeld van tegengewicht om overdrachtseffecten te minimaliseren

Door elk commando hetzelfde aantal keren te gebruiken, kunnen we eventuele volgorde-effecten ‘tegenwicht bieden’.

Het nadeel van deze methode is dat het te tijdrovend of te duur kan zijn om elk commando een gelijk aantal keren te implementeren.

Aanvullende bronnen

De volgende tutorials geven uitleg over andere veelvoorkomende effecten in experimenten:

Wat zijn controle-effecten?
Wat is een plafondeffect?
Wat is grondeffect?

Einen Kommentar hinzufügen

Deine E-Mail-Adresse wird nicht veröffentlicht. Erforderliche Felder sind mit * markiert