Hoe de drop-functie in r te gebruiken (met voorbeelden)
De functie drop() in base R kan worden gebruikt om dimensies te verwijderen uit een array of matrix die slechts één niveau heeft.
De volgende voorbeelden laten zien hoe u deze functie in de praktijk kunt gebruiken.
Voorbeeld 1: Gebruik drop() om dimensies met een niveau in de tabel neer te zetten
Stel dat we de volgende driedimensionale array in R hebben:
#create 3-dimensional array my_array <- c(1:10) dim(my_array) <- c(1,2,5) #view array my_array , , 1 [,1] [,2] [1,] 1 2 , , 2 [,1] [,2] [1,] 3 4 , , 3 [,1] [,2] [1,] 5 6 , , 4 [,1] [,2] [1,] 7 8 , , 5 [,1] [,2] [1,] 9 10
We kunnen de functie drop() gebruiken om de dimensie te verwijderen die slechts één niveau in de tabel heeft:
#drop dimensions with only one level new_array <- drop(my_array) #view new array new_array [,1] [,2] [,3] [,4] [,5] [1,] 1 3 5 7 9 [2,] 2 4 6 8 10
Houd er rekening mee dat de dimensie met slechts één niveau is verwijderd.
We kunnen de functie dim() gebruiken om de nieuwe dimensies weer te geven:
#view dimensions of new array
dim(new_array)
[1] 2 5
We kunnen zien dat de nieuwe array slechts twee dimensies heeft.
Voorbeeld 2: Gebruik drop() om dimensies met een niveau in de matrix neer te zetten
Stel dat we de volgende matrix hebben met zeven kolommen en één rij in R:
#create matrix my_matrix <- matrix(1:7, ncol=7) #view matrix my_matrix [,1] [,2] [,3] [,4] [,5] [,6] [,7] [1,] 1 2 3 4 5 6 7 #view dimensions of matrix dim(my_matrix) [1] 1 7
We kunnen de functie drop() gebruiken om de dimensie te verwijderen die slechts één niveau in de matrix heeft:
#drop dimensions with only one level new_matrix <- drop(my_matrix) #view new matrix new_matrix [1] 1 2 3 4 5 6 7
Houd er rekening mee dat de dimensie met slechts één niveau is verwijderd.
De matrix is inderdaad omgezet naar een vector.
Als we de functie dim() gebruiken om de dimensies te visualiseren, zal deze NULL retourneren omdat het nieuwe object niet langer een tweedimensionale matrix is:
#view dimensions of new matrix
dim(new_matrix)
NULL
In plaats daarvan kunnen we lengte() gebruiken om de lengte van de vector weer te geven:
#view length
length(new_matrix)
[1] 7
We kunnen zien dat onze vector 7 elementen bevat.
Aanvullende bronnen
In de volgende tutorials wordt uitgelegd hoe u andere veelvoorkomende taken in R kunt uitvoeren:
Hoe de functie cut() in R te gebruiken
Hoe de n()-functie in R te gebruiken
Hoe de nchar()-functie in R te gebruiken