Een eenvoudige uitleg van criteriumvaliditeit
Criteriumvaliditeit verwijst naar het vermogen van de meting van één variabele om de respons van een andere variabele te voorspellen.
De ene variabele wordteen verklarende variabele genoemd, terwijl de andere variabele een criteriumvariabele wordt genoemd.
We willen bijvoorbeeld weten hoe goed bepaalde toelatingsexamens voor een universiteit het gemiddelde van het eerste semester van studenten kunnen voorspellen.
Het toelatingsexamen zou de verklarende variabele zijn en de criteriumvariabele zou de GPA van het eerste semester zijn.
We willen weten of het geldig is om deze specifieke verklarende variabele te gebruiken als middel om de criteriumvariabele te voorspellen.
Hoe criteriumvaliditeit te meten
We meten de criteriumvaliditeit doorgaans met behulp van een metriek zoals dePearson-correlatiecoëfficiënt , die een waarde aanneemt tussen -1 en 1 waarbij:
- -1 geeft een perfect negatieve lineaire correlatie aan tussen twee variabelen
- 0 geeft aan dat er geen lineaire correlatie is tussen twee variabelen
- 1 geeft een perfect positieve lineaire correlatie aan tussen twee variabelen
Hoe verder de correlatiecoëfficiënt van nul verwijderd is, hoe sterker het verband tussen de twee variabelen.
Als we bijvoorbeeld gegevens zouden verzamelen over de scores van het toelatingsexamen en de GPA in het eerste semester van 1.000 studenten en zouden vaststellen dat de correlatie tussen de twee variabelen 0,843 was, zou dit betekenen dat de twee variabelen sterk gecorreleerd zijn.
Met andere woorden: studenten die hoog scoren op het toelatingsexamen scoren doorgaans ook hoog in hun eerste semester. Omgekeerd hebben studenten die laag scoren op het toelatingsexamen doorgaans lage GPA’s tijdens hun eerste semester.
Soorten criteriumgeldigheid
Er zijn twee hoofdtypen criteriumvaliditeit:
Het eerste type criteriumvaliditeit staat bekend als voorspellende validiteit, die bepaalt of de meting van een variabele in staat is om de meting van een variabele in de toekomst nauwkeurig te voorspellen.
Het vorige voorbeeld van het meten van de score voor het toelatingsexamen voor de universiteit en de GPA van het eerste semester van een student is een voorbeeld van het meten van voorspellende validiteit, omdat we de twee variabelen op verschillende tijdstippen meten.
Met andere woorden, we proberen te bepalen of de score van het toelatingsexamen de GPA van het eerste semester goed kan voorspellen .
Het tweede type criteriumvaliditeit staat bekend als gelijktijdige validiteit, waarbij twee variabelen tegelijkertijd (dwz tegelijkertijd) worden gemeten om te zien of de ene variabele significant met de andere samenhangt.
Een voorbeeld hiervan zou zijn als een bedrijf een bepaald type test afneemt om te zien of de testresultaten verband houden met de productiviteit van werknemers.
Het voordeel van deze aanpak is dat we in de toekomst niet enige tijd hoeven te wachten om een meting uit te voeren op het variabele criterium van belang.