Wat is het incidentiepercentage? (definitie & #038; voorbeeld)
Met een incidentieratio kunnen we de incidentie tussen twee verschillende groepen vergelijken.
Stel bijvoorbeeld dat bekend is dat rokers 7 per 100 persoonsjaren longkanker krijgen.
Stel daarentegen dat bekend is dat mensen die niet roken, 1,5 per 100 persoonsjaren longkanker krijgen.
We berekenen de incidentieratio (vaak afgekort IRR) als volgt:
- IRR = Incidentie onder rokers / Incidentie onder niet-rokers
- IRR = (7/100) / (1,5/100)
- IRR = 4,67
Dit is hoe we deze waarde zouden interpreteren: het aantal longkankers onder rokers is 4,67 keer hoger dan dat onder niet-rokers.
Hoe incidentiepercentageratio’s te interpreteren
Zo interpreteert u een incidentiepercentageratio (IRR):
IRR kleiner dan 1: dit geeft aan dat het incidentpercentage lager is in een blootgestelde groep dan in een niet-blootgestelde groep.
Als rokers bijvoorbeeld 7 per 100 persoonsjaren longkanker ontwikkelen en niet-rokers longkanker 10 per 100 persoonsjaren, dan zou de IRR 7/10 = 0,7 zijn.
Dit zou betekenen dat rokers deze incidentie (longkanker) minder vaak ervaren dan niet-rokers.
IRR gelijk aan 1: Dit geeft aan dat het incidentpercentage gelijk is tussen dat van een blootgestelde groep en dat van een niet-blootgestelde groep.
Als rokers bijvoorbeeld 7 per 100 persoonsjaren longkanker krijgen en niet-rokers 7 per 100 persoonsjaren, dan zou de IRR 7/7 = 1 zijn.
Dit zou betekenen dat rokers even vaak last hebben van deze vorm van kanker (longkanker) als niet-rokers.
IRR groter dan 1: Dit geeft aan dat het incidentpercentage hoger is in een blootgestelde groep dan in een niet-blootgestelde groep.
Als rokers bijvoorbeeld 7 per 100 persoonsjaren longkanker ontwikkelen en niet-rokers 1,5 per 100 persoonsjaren, dan zou de IRR 7/1,5 = 4,67 zijn.
Dit zou betekenen dat rokers vaker met dit voorval (longkanker) te maken krijgen dan niet-rokers.
Waarom is de incidentieratio nuttig?
De incidentieratio is een nuttige maatstaf omdat deze heel gemakkelijk te interpreteren is en ons in staat stelt onmiddellijk te begrijpen of blootstelling aan iets de incidentie verhoogt of verlaagt.
Als we bijvoorbeeld weten dat de IRR voor roken 4,67 is, weten we dat longkanker veel vaker voorkomt bij rokers dan bij niet-rokers.
We weten ook dat hoe hoger de IRR-waarde, hoe hoger het percentage incidenten in een blootgestelde groep vergeleken met een niet-blootgestelde groep.
Omgekeerd geldt: hoe dichter de IRR bij 1 ligt, hoe kleiner het verschil in incidentpercentages tussen een blootgestelde groep en een niet-blootgestelde groep.
Voorbeeld: berekening van de incidentieratio
Stel dat een arts gegevens verzamelt over hoe vaak individuen een ziekte ontwikkelen, op basis van hun BMI (body mass index).
De volgende tabel vat de gegevens samen:
Met behulp van deze tabel kunnen we de volgende statistieken berekenen:
Incidentieverhouding van (BMI > 30) vergeleken met (BMI 25-30) = 1,48 / 1,12 = 1,32
- Interpretatie: Het ziektepercentage bij personen met een BMI > 30 is 1,32 keer hoger dan het ziektepercentage bij personen met een BMI tussen 25 en 30.
Incidentieverhouding van (BMI > 30) versus (BMI < 25) = 1,48 / 0,54 = 2,74
- Interpretatie: Het ziektepercentage bij personen met een BMI > 30 is 2,74 maal hoger dan het ziektepercentage bij personen met een BMI lager dan 25.
Incidentieverhouding van (BMI 25-30) versus (BMI < 25) = 1,12 / 0,54 = 2,07
- Interpretatie: Het ziektepercentage onder personen met een BMI tussen 25 en 30 is 2,07 maal hoger dan het ziektepercentage onder personen met een BMI lager dan 25.
Aanvullende bronnen
Hoeveel heb je nodig om schade te veroorzaken? (Definitie en voorbeeld)
Aantal nodig om rekenmachine te schaden