Is tijd een interval of een variabele verhouding? (uitleg & voorbeeld)


In de statistiek worden alle variabelen gemeten op een van de vier meetschalen:

  • Nominaal : variabelen die geen kwantitatieve waarden hebben.
  • Ordinaal : Variabelen die een natuurlijke volgorde hebben, maar geen kwantificeerbaar verschil tussen waarden.
  • Interval : Variabelen die een natuurlijke volgorde hebben en een kwantificeerbaar verschil tussen waarden, maar geen “echte nul”-waarde.
  • Ratio : Variabelen met een natuurlijke volgorde, een kwantificeerbaar verschil tussen waarden en een “echte nul”-waarde.

De volgende grafiek vat deze verschillende meetniveaus samen:

Een vraag die studenten vaak stellen is:

Wordt ‘tijd’ beschouwd als een interval- of verhoudingsvariabele?

Het korte antwoord:

Tijd wordt als een intervalvariabele beschouwd omdat de verschillen tussen alle tijdstippen gelijk zijn, maar er is geen „echte nul“-waarde voor tijd.

Het verschil tussen 13.00 uur en 14.00 uur is bijvoorbeeld hetzelfde als het verschil tussen 14.00 uur en 15.00 uur, wat hetzelfde is als het verschil tussen 15.00 uur en 16.00 uur, enzovoort.

Er bestaat echter geen ‘echte nul’-waarde voor tijd. We kunnen bijvoorbeeld niet zeggen dat 14.00 uur twee keer zo oud is als 13.00 uur

Vergelijk dit met een variabele verhouding zoals gewicht: we kunnen zeggen dat 100 pond twee keer zoveel is als 50 pond. Hetzelfde kan niet gezegd worden van de tijd.

Wanneer is tijd geen intervalvariabele?

Het enige scenario waarin tijd niet als een intervalvariabele wordt beschouwd, is dat van een tijdsduur .

Overweeg de volgende scenario’s:

Scenario 1: Marathontijd

Stel dat we bijhouden hoe lang mensen erover doen om een marathon te lopen. In dit scenario wordt de duur beschouwd als een rapportagevariabele omdat er een waarde is van ‘echte nul’ – nul seconden.

We zouden ook kunnen zeggen dat iemand die de marathon in 2 uur loopt, deze in de helft van de tijd liep als iemand die hem in 4 uur liep.

Scenario 2: Kooktijd

Stel dat we twee recepten vergelijken om een bepaalde maaltijd te bereiden. Het ene recept heeft een totale kooktijd van 40 minuten en het andere recept heeft een kooktijd van 20 minuten.

In dit scenario zou de duur van de kooktijd als een rapportagevariabele worden beschouwd, omdat er een werkelijke waarde van nul tot nul minuten bestaat.

We zouden ook kunnen zeggen dat het ene recept een kooktijd heeft die twee keer zo lang is als het andere.

Deze vertegenwoordigen scenario’s waarin we tijd zouden classificeren als een verhoudingsvariabele in plaats van als een intervalvariabele.

Aanvullende bronnen

De volgende zelfstudies bieden aanvullende informatie over variabeletypen:

Meetniveaus: nominaal, ordinaal, interval en ratio
Is leeftijd een discrete of continue variabele?
Categorische en kwantitatieve variabelen

Einen Kommentar hinzufügen

Deine E-Mail-Adresse wird nicht veröffentlicht. Erforderliche Felder sind mit * markiert