Hoe de lengte() functie in r te gebruiken (4 voorbeelden)


U kunt de functie length() in R gebruiken om de lengte van vectoren, lijsten en andere objecten te berekenen.

Deze functie gebruikt de volgende basissyntaxis:

 length(x)

Goud:

  • x : De naam van het object waarvan de lengte moet worden berekend

De volgende voorbeelden laten zien hoe u deze functie in verschillende scenario’s kunt gebruiken.

Voorbeeld 1: Gebruik lengte() met Vector

De volgende code laat zien hoe u de functie length() gebruikt om het aantal elementen in een vector te berekenen:

 #createvector
my_vector <- c(2, 7, 6, 6, 9, 10, 14, 13, 4, 20, NA)

#calculate length of vector
length(my_vector)

[1] 11

We kunnen zien dat de vector in totaal 11 elementen heeft.

Merk op dat lengte() ook NA-waarden telt.

Om NA-waarden uit te sluiten bij het berekenen van de lengte van een vector, kunnen we de volgende syntaxis gebruiken:

 #createvector
my_vector <- c(2, 7, 6, 6, 9, 10, 14, 13, 4, 20, NA)

#calculate length of vector, excluding NA values
sum(!is. na (my_vector))

[1] 10

We kunnen zien dat de vector 10 elementen heeft die niet-NA-waarden zijn.

Voorbeeld 2: Gebruik lengte() met Lijst

De volgende code laat zien hoe u de functie length() gebruikt om de lengte van een volledige lijst te berekenen, evenals de lengte van een specifiek element in een lijst:

 #create list
my_list <- list(A=1:5, B=c('hey', 'hi'), C=c(3, 5, 7))

#calculate length of entire list
length(my_list)

[1] 3

#calculate length of first element in list
length(my_list[[ 1 ]])

[1] 5

Uit het resultaat kunnen we zien dat de lijst in totaal 3 elementen heeft en dat het eerste element in de lijst een lengte heeft van 5 .

Voorbeeld 3: Lengte() gebruiken met dataframe

Als we de functie length() gebruiken met een dataframe in R, retourneert deze het aantal kolommen in het dataframe:

 #create data frame
df <- data. frame (team=c('A', 'B', 'B', 'B', 'C', 'D'),
                 points=c(10, 15, 29, 24, 30, 31))

#view data frame
df

  team points
1 to 10
2 B 15
3 B 29
4 B 24
5 C 30
6 D 31

#calculate length of data frame (returns number of columns)
length(df)

[1] 2 

Als we in plaats daarvan het aantal rijen willen berekenen, kunnen we de functie nrow() gebruiken:

 #calculate number of rows in data frame
nrow(df)

[1] 6

Dit vertelt ons dat er in totaal zes rijen in het dataframe zijn.

Voorbeeld 4: Lengte() gebruiken met String

Als we de functie length() gebruiken met een string in R, zal deze meestal alleen de waarde één retourneren:

 #define string
my_string <- "hey there"

#calculate length of string
length(my_string)

[1] 1

Om het aantal tekens in een string daadwerkelijk te tellen, kunnen we in plaats daarvan de functie nchar() gebruiken:

 #define string
my_string <- "hey there"

#calculate total characters in string
nchar(my_string)

[1] 9

Dit vertelt ons dat de string in totaal 9 tekens bevat, inclusief spaties.

Aanvullende bronnen

In de volgende tutorials wordt uitgelegd hoe u andere veelvoorkomende bewerkingen in R kunt uitvoeren:

Hoe observaties per groep te tellen in R
Hoe het aantal regels in R te tellen
Hoe willekeurige rijen in R te selecteren

Einen Kommentar hinzufügen

Deine E-Mail-Adresse wird nicht veröffentlicht. Erforderliche Felder sind mit * markiert