Hoe een kruisproduct in r te berekenen
Ervan uitgaande dat we vector A hebben met elementen (A 1 , A 2 , A 3 ) en vector B met elementen (B 1 , B 2 , B 3 ), kunnen we het kruisproduct van deze twee vectoren als volgt berekenen:
Kruisproduct = [(A 2 *B 3 ) – (A 3 *B 2 ), (A 3 *B 1 ) – (A 1 *B 3 ), (A 1 *B 2 ) – (A 2 *B 1 )]
Stel dat we bijvoorbeeld de volgende vectoren hebben:
- Vector A: (1, 2, 3)
- Vector B: (4, 5, 6)
We kunnen het kruisproduct van deze vectoren als volgt berekenen:
- Kruisproduct = [(A 2 *B 3 ) – (A 3 *B 2 ), (A 3 *B 1 ) – (A 1 *B 3 ), (A 1 *B 2 ) – (A 2 *B 1 )]
- Kruisproduct = [(2*6) – (3*5), (3*4) – (1*6), (1*5) – (2*4)]
- Kruisproduct = (-3, 6, -3)
U kunt een van de volgende twee methoden gebruiken om het kruisproduct van twee vectoren in R te berekenen:
Methode 1: gebruik de cross()-functie van het pracma-pakket
library (pracma) #calculate cross product of vectors A and B cross(A, B)
Methode 2: Definieer uw eigen functie
#define function to calculate cross product cross <- function (x, y, i=1:3) { create3D <- function (x) head (c(x, rep (0, 3)), 3) x <- create3D(x) y <- create3D(y) j <- function (i) (i-1) %% 3+1 return (x[j(i+1)]*y[j(i+2)] - x[j(i+2)]*y[j(i+1)]) } #calculate cross product cross(A, B)
De volgende voorbeelden laten zien hoe u elke methode in de praktijk kunt gebruiken.
Voorbeeld 1: Gebruik de cross()-functie van het pracma-pakket
De volgende code laat zien hoe u de functie cross() uit het pracma- pakket gebruikt om het kruisproduct tussen twee vectoren te berekenen:
library (pracma) #definevectors A <- c(1, 2, 3) B <- c(4, 5, 6) #calculate cross product cross(A, B) [1] -3 6 -3
Het kruisproduct blijkt (-3, 6, -3) te zijn.
Dit komt overeen met het kruisproduct dat we eerder handmatig hebben berekend.
Voorbeeld 2: Definieer uw eigen functie
De volgende code laat zien hoe u uw eigen functie definieert om het kruisproduct tussen twee vectoren te berekenen:
#define function to calculate cross product cross <- function (x, y, i=1:3) { create3D <- function (x) head (c(x, rep (0, 3)), 3) x <- create3D(x) y <- create3D(y) j <- function (i) (i-1) %% 3+1 return (x[j(i+1)]*y[j(i+2)] - x[j(i+2)]*y[j(i+1)]) } #definevectors A <- c(1, 2, 3) B <- c(4, 5, 6) #calculate cross product cross(A, B) [1] -3 6 -3
Het kruisproduct blijkt (-3, 6, -3) te zijn.
Dit komt overeen met het kruisproduct dat we in het vorige voorbeeld hebben berekend.
Aanvullende bronnen
In de volgende tutorials wordt uitgelegd hoe u andere veelvoorkomende taken in R kunt uitvoeren:
Hoe het puntproduct in R te berekenen
Hoe een identiteitsmatrix te creëren in R
Hoe maak je een lege matrix in R