A: hoe u kunt controleren of het teken in een string staat


U kunt de volgende methoden gebruiken om te controleren of een teken in een string in R voorkomt:

Methode 1: Controleer of het teken in een string staat met behulp van Base R

 grepl(my_character, my_string, fixed= TRUE )

Methode 2: Controleer of het teken in een string staat met behulp van het stringr-pakket

 library (stringr) 

str_detect(my_string, my_character)

De volgende voorbeelden laten zien hoe u elke methode in de praktijk kunt gebruiken.

Voorbeeld 1: Controleer of het teken in een string staat met behulp van Base R

De volgende code laat zien hoe u kunt controleren of „Doug“ voorkomt in een bepaalde tekenreeks in R:

 #define character to look for
my_character <- "Doug"

#define string
my_string <- "Hey my name is Douglas"

#check if "Doug" is in string
grepl(my_character, my_string, fixed= TRUE )

[1] TRUE

Omdat “Doug” in de string voorkomt, retourneert de functie grepl() TRU E .

Stel dat we in plaats daarvan controleren of “Steve” in de string voorkomt:

 #define character to look for
my_character <- "Steve"

#define string
my_string <- "Hey my name is Douglas"

#check if "Steve" is in string
grepl(my_character, my_string, fixed= TRUE )

[1] FALSE

Omdat „Steve“ niet voorkomt in de string, retourneert de functie grepl() FALSE .

Voorbeeld 2: Controleer of het teken in een string voorkomt met behulp van het stringr-pakket

De volgende code laat zien hoe u de functie str_detect() van het stringr- pakket kunt gebruiken om te controleren of de tekenreeks „Doug“ in een bepaalde tekenreeks voorkomt:

 library (stringr)

#define character to look for
my_character <- "Doug"

#define string
my_string <- "Hey my name is Douglas"

#check if "Doug" is in string
str_detect(my_string, my_character)

[1] TRUE

De functie str_detect() retourneert TRUE omdat „Doug“ in de string staat.

Merk op dat we ook de volgende syntaxis kunnen gebruiken om te controleren of er meerdere tekens in de tekenreeks voorkomen:

 library (stringr)

#define vector of characters to look for
my_characters <- c("Doug", "Steve", "name", "He")

#define string 
my_string <- "Hey my name is Douglas"

#check if each character is in string
str_detect(my_string, my_characters)

[1] TRUE FALSE TRUE TRUE

Uit het resultaat kunnen we zien:

  • “Doug” bestaat in de keten.
  • “Steve” bestaat niet in het kanaal.
  • “naam” bestaat in de string.
  • “It” bestaat in de string.

Gerelateerd: Hoe de str_detect()-functie in R te gebruiken (3 voorbeelden)

Aanvullende bronnen

In de volgende tutorials wordt uitgelegd hoe u andere veelvoorkomende taken in R kunt uitvoeren:

Hoe het laatste teken uit de string in R te verwijderen
Hoe de tekenlocatie in een string in R te vinden
Hoe u kolommen selecteert die een specifieke tekenreeks bevatten in R

Einen Kommentar hinzufügen

Deine E-Mail-Adresse wird nicht veröffentlicht. Erforderliche Felder sind mit * markiert