Hoe u meerdere variabelen op dezelfde regel kunt afdrukken in r


U kunt de functie cat() gebruiken om eenvoudig meerdere variabelen op dezelfde regel in R af te drukken.

Deze functie gebruikt de volgende basissyntaxis:

 cat(variable1, variable2, variable3, ...)

De volgende voorbeelden laten zien hoe u deze syntaxis in verschillende scenario’s kunt gebruiken.

Voorbeeld 1: print een string en een variabele op dezelfde regel

De volgende code laat zien hoe u de functie cat() gebruikt om een tekenreeks en meerdere numerieke variabelen op dezelfde regel af te drukken:

 #define character string
my_text <- "The answer is"

#define numeric variables
my_value1 <- 5
my_value2 <- 10

#print character string and numeric variables on the same line
cat(my_text, my_value1, "or", my_value2)

The answer is 5 or 10

Elk van de variabelen wordt op dezelfde regel afgedrukt.

Voorbeeld 2: Print meerdere variabelen op dezelfde regel zonder tekst

De volgende code laat zien hoe u meerdere variabelen van een functie op dezelfde regel kunt afdrukken zonder tekst:

 #define function
do_stuff <- function (x) {
    x2 <- x * 2
    x3 <- x * 3
    x4 <- x * 4
    cat(x2, x3, x4)
}

#use function
do_stuff(5)

10 15 20

De functie retourneert alle drie de numerieke variabelen op dezelfde regel, zonder enige tekst waarin wordt uitgelegd welke namen van variabelen overeenkomen met elke waarde.

Voorbeeld 3: Print meerdere variabelen op dezelfde regel met tekst

De volgende code laat zien hoe u meerdere variabelen van een functie met tekst op dezelfde regel kunt afdrukken:

 #define function
do_stuff <- function (x) {
    x2 <- x * 2
    x3 <- x * 3
    x4 <- x * 4
    cat("x2 =", x2, "x3 =", x3, "x4 =", x4)
}

#use function
do_stuff(5)

x2 = 10 x3 = 15 x4 = 20

De functie retourneert alle drie de numerieke variabelen op dezelfde regel, met tekst waarin wordt uitgelegd welke namen van variabelen overeenkomen met elke waarde.

Voorbeeld 4: Print meerdere variabelen op nieuwe regels met tekst

De volgende code laat zien hoe u de operator \n in de functie cat() kunt gebruiken om meerdere variabelen van een functie op nieuwe regels met tekst af te drukken:

 #define function
do_stuff <- function (x) {
    x2 <- x * 2
    x3 <- x * 3
    x4 <- x * 4
    cat("x2 =", x2, "\nx3 =", x3, "\nx4 =", x4)
}

#use function
do_stuff(5)

x2 = 10 
x3 = 15 
x4 = 20

De functie retourneert de drie variabelen op verschillende regels met tekst waarin wordt uitgelegd welke namen van variabelen overeenkomen met elke waarde.

Aanvullende bronnen

In de volgende tutorials wordt uitgelegd hoe u andere veelvoorkomende bewerkingen in R kunt uitvoeren:

Hoe de sprintf-functie in R te gebruiken om opgemaakte tekenreeksen af te drukken
Hoe u alle regels van een Tibble in R afdrukt

Einen Kommentar hinzufügen

Deine E-Mail-Adresse wird nicht veröffentlicht. Erforderliche Felder sind mit * markiert