Hoe de ncol-functie in r te gebruiken (met voorbeelden)


U kunt de functie ncol() in R gebruiken om het aantal kolommen in een dataframe of matrix te tellen.

Deze functie gebruikt de volgende basissyntaxis:

 ncol(x)

Goud:

  • x : Naam van het dataframe of de matrix

De volgende voorbeelden laten zien hoe u deze functie in verschillende scenario’s kunt gebruiken.

Voorbeeld 1: Gebruik ncol om het aantal kolommen in het dataframe te tellen

Stel dat we het volgende dataframe in R hebben:

 #create data frame
df <- data. frame (team=c('A', 'B', 'C', 'D', 'E'),
                 points=c(99, 90, 86, 88, 95),
                 assists=c(33, 28, 31, 39, 34),
                 rebounds=c(30, 28, 24, 24, 28))

#view data frame
df

  team points assists rebounds
1 A 99 33 30
2 B 90 28 28
3 C 86 31 24
4 D 88 39 24
5 E 95 34 28

We kunnen de functie ncol() gebruiken om het totale aantal kolommen in het dataframe weer te geven:

 #display number of columns in data frame
ncol(df)

[1] 4

Uit het resultaat kunnen we zien dat er in totaal 4 kolommen in het dataframe zijn.

Voorbeeld 2: Gebruik ncol om het aantal kolommen in de matrix te tellen

Stel dat we de volgende matrix in R hebben:

 #create matrix
mat <- matrix(1:21, nrow= 3 )

#view matrix
mast

     [,1] [,2] [,3] [,4] [,5] [,6] [,7]
[1,] 1 4 7 10 13 16 19
[2,] 2 5 8 11 14 17 20
[3,] 3 6 9 12 15 18 21

We kunnen de functie ncol() gebruiken om het totale aantal kolommen in de matrix weer te geven:

 #display number of columns in matrix
ncol(mat)

[1] 7

Uit het resultaat kunnen we zien dat er in totaal 7 kolommen in de matrix zijn.

Wanneer moet u de ncol-functie in de praktijk gebruiken?

In de praktijk gebruiken we vaak de ncol- functie wanneer we voor het eerst een nieuwe dataset in R laden, zodat we snel inzicht krijgen in de grootte van een dataset.

Deze functie wordt vaak gebruikt met nrow , wat ons het aantal rijen in een bepaalde dataset vertelt.

Om snel het aantal kolommen en rijen in een dataset weer te geven, kunt u de dim- functie gebruiken, die de afmetingen van een dataset retourneert in termen van het aantal kolommen en rijen.

De volgende code laat zien hoe u deze functies kunt gebruiken met een dataframe in R:

 #create data frame
df <- data. frame (team=c('A', 'B', 'C', 'D', 'E'),
                 points=c(99, 90, 86, 88, 95),
                 assists=c(33, 28, 31, 39, 34),
                 rebounds=c(30, 28, 24, 24, 28))

#display number of rows
nrow(df)

[1] 5

#display number of columns
ncol(df)

[1] 4

#display dimensions
dim(df)

[1] 5 4

Uit het resultaat kunnen we zien dat dit dataframe 5 rijen en 4 kolommen heeft.

Aanvullende bronnen

In de volgende tutorials wordt uitgelegd hoe u andere veelvoorkomende taken in R kunt uitvoeren:

Hoe de nrow-functie in R te gebruiken
Hoe specifieke kolommen in R te selecteren

Einen Kommentar hinzufügen

Deine E-Mail-Adresse wird nicht veröffentlicht. Erforderliche Felder sind mit * markiert