Hoe waarden aan een vector toe te voegen met behulp van een lus in r
Om waarden aan een vector toe te voegen met behulp van een lus in R, kunt u de volgende basissyntaxis gebruiken:
for (i in 1:10) { data <- c(data, i) }
De volgende voorbeelden laten zien hoe u deze syntaxis in de praktijk kunt gebruiken.
Voorbeeld 1: Waarden toevoegen aan een lege vector
De volgende code laat zien hoe je waarden kunt toevoegen aan een lege vector in R:
#define empty vector data <-c() #use for loop to add integers from 1 to 10 to vector for (i in 1:10) { data <- c(data, i) } #view resulting vector data [1] 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Voorbeeld 2: Voer een bewerking uit en voeg waarden toe aan de vector
De volgende code laat zien hoe u een bewerking uitvoert en waarden toevoegt aan een lege vector:
#define empty vector data <-c() #use for loop to add square root of integers from 1 to 10 to vector for (i in 1:10) { data <- c(data, sqrt (i)) } #view resulting vector data [1] 1.000000 1.414214 1.732051 2.000000 2.236068 2.449490 2.645751 2.828427 [9] 3.000000 3.162278
Voorbeeld 3: Waarden toevoegen aan bestaande vector
De volgende code laat zien hoe u waarden kunt toevoegen aan een bestaande vector in R:
#define vector of data data <- c(4, 5, 12) #define new data to add new <- c(16, 16, 17, 18) #use for loop to append new data to vector for (i in 1: length (new)) { data <- c(data, new[i]) } #view resulting vector data [1] 4 5 12 16 16 17 18
Voorbeeld 4: Voeg een enkele waarde toe aan de vector
Als u slechts één enkele waarde aan het einde van een bestaande vector wilt toevoegen, kunt u de volgende code gebruiken zonder een for-lus:
#define vector of data
data <- c(4, 5, 12)
#append the value "19" to the end of the vector
new <- c(data, 19)
#display resulting vector
new
[1] 4 5 12 19
Op deze pagina vindt u meer R-tutorials.