Hoe de sum()-functie in r te gebruiken (met voorbeelden)
Je kunt de functie sum() in R gebruiken om de som van waarden in een vector te vinden.
Deze functie gebruikt de volgende basissyntaxis:
som(x, na.rm=FALSE)
Goud:
- x : Naam van de vector.
- na.rm : of NA-waarden moeten worden genegeerd. De standaardwaarde is false.
De volgende voorbeelden laten zien hoe u deze functie in de praktijk kunt gebruiken.
Voorbeeld 1: Som van waarden in een vector
De volgende code laat zien hoe u de waarden in een vector kunt optellen:
#createvector x <- c(3, 6, 7, 12, 15) #sum values in vector sum(x) [1] 43
Als er NA-waarden in de vector voorkomen, kunt u na.rm=TRUE gebruiken om ontbrekende waarden te negeren bij het berekenen van het gemiddelde:
#create vector with some NA values x <- c(3, NA, 7, NA, 15) #sum values in vector sum(x, na. rm = TRUE ) [1] 25
Voorbeeld 2: Som van waarden in dataframekolom
De volgende code laat zien hoe u de waarden in een specifieke kolom van een dataframe kunt toevoegen:
#create data frame df <- data. frame (var1=c(1, 3, 3, 4, 5), var2=c(7, 7, 8, 3, 2), var3=c(3, 3, 6, 6, 8), var4=c(1, 1, 2, 8, 9)) #view data frame df var1 var2 var3 var4 1 1 7 3 1 2 3 7 3 1 3 3 8 6 2 4 4 3 6 8 5 5 2 8 9 #sum values in 'var1' column sum(df$var1) [1] 16
Voorbeeld 3: Som van waarden in meerdere dataframekolommen
De volgende code laat zien hoe u de functie sapply() gebruikt om de waarden van meerdere kolommen in een dataframe toe te voegen:
#create data frame df <- data. frame (var1=c(1, 3, 3, 4, 5), var2=c(7, 7, 8, 3, 2), var3=c(3, 3, 6, 6, 8), var4=c(1, 1, 2, 8, 9)) #view data frame df var1 var2 var3 var4 1 1 7 3 1 2 3 7 3 1 3 3 8 6 2 4 4 3 6 8 5 5 2 8 9 #sum values in 'var1' and 'var3' columns sapply(df[, c(' var1 ', ' var3 ')], sum) var1 var3 16 26
Aanvullende bronnen
Hoe een AANTAL.ALS-functie uit te voeren in R
Hoe een SUMIF-functie in R uit te voeren
Hoe de functie rowSums() in R te gebruiken
Hoe de functie colSums() in R te gebruiken