Hoe de sprintf-functie in r te gebruiken om opgemaakte tekenreeksen af te drukken
U kunt de functie sprintf() in R gebruiken om opgemaakte tekenreeksen af te drukken.
Deze functie gebruikt de volgende basissyntaxis:
sprintf(fmt,x)
Goud:
- fmt : het te gebruiken formaat
- x : De waarde die moet worden opgemaakt
De volgende voorbeelden laten zien hoe u deze functie in de praktijk kunt gebruiken.
Voorbeeld 1: Cijfers opmaken na de komma
De volgende code laat zien hoe u sprintf() gebruikt om slechts twee decimalen weer te geven:
#define value x <- 15.49347782 #only display 2 digits after decimal place sprintf(" %2f ", x) [1] "15.49"
Voorbeeld 2: Cijfers vóór de komma opmaken
De volgende code laat zien hoe je sprintf() gebruikt om tien cijfers vóór de komma weer te geven:
#define value x <- 15435.4 #display 10 total digits before decimal place sprintf(" %10.f ", x) [1] "15435"
Omdat er aanvankelijk maar vijf cijfers vóór de komma stonden, voegde de functie sprintf() vijf extra spaties toe aan het begin van de tekenreeks, zodat er in totaal tien cijfers vóór de komma staan.
Voorbeeld 3: Formatteer de waarde met behulp van de wetenschappelijke notatie
De volgende code laat zien hoe u sprintf() gebruikt om een waarde in wetenschappelijke notatie weer te geven:
#define value x <- 15435.4 #display in scientific notation using lowercase e sprintf(" %e ", x) [1] "1.543540e+04" #display in scientific notation using uppercase E sprintf(" %E ", x) [1] "1.543540E+04"
Voorbeeld 4: Formatteer een waarde in een string
De volgende code laat zien hoe u sprintf() gebruikt om een waarde in een tekenreeks op te maken:
#define value x <- 5.4431 #display string with formatted value sprintf(" I rode my bike about %.1f miles ", x) [1] “I rode my bike about 5.4 miles”
Voorbeeld 5: Formatteer meerdere waarden in een string
De volgende code laat zien hoe je sprintf() gebruikt om meerdere waarden in een string op te maken:
#define values x1 <- 5.4431 x2 <- 10.778342 #display string with formatted values sprintf(" I rode my bike%%1f miles and then ran%%2f miles ", x1, x2) [1] “I rode my bike 5.4 miles and then ran 10.78 miles”
Aanvullende bronnen
In de volgende tutorials wordt uitgelegd hoe u andere veelvoorkomende functies in R kunt gebruiken:
Hoe de functies plakken en plakken0 in R te gebruiken
Hoe de functie Replace() in R te gebruiken
Hoe de View()-functie in R te gebruiken