Wat zijn gevallen in de statistiek? (definitie & voorbeelden)
In statistieken verwijzen gevallen eenvoudigweg naar individuen in een dataset.
In de meeste datasets hebben we gevallen (de individuen) en variabelen (de attributen van de individuen).
De volgende dataset bevat bijvoorbeeld 10 gevallen en 3 variabelen die we voor elk geval meten:
Merk op dat elk geval verschillende variabelen of „attributen“ heeft.
Elke speler heeft bijvoorbeeld een waarde voor punten, assists en rebounds.
Merk op dat gevallen ook wel experimentele eenheden worden genoemd. Deze termen worden door elkaar gebruikt.
Bekijk de volgende voorbeelden om de gevallen beter te begrijpen.
Voorbeeld 1: Onderwijs
De volgende dataset bevat 10 vakken en 2 variabelen:
Het gaat om individuele studenten en de variabelen zijn studietijd en examenresultaten.
Voorbeeld 2: Zakelijk
De volgende dataset bevat 6 vakken en 3 variabelen:
De gevallen betreffen individuele winkels en de variabelen zijn de totale omzet, het totale aantal klanten en de totale terugbetalingen.
Voorbeeld 3: Biologie
De volgende dataset bevat 15 vakken en 3 variabelen:
Het gaat om individuele planten en de variabelen zijn hoogte, breedte en leeftijd.
Aanvullende bronnen
De volgende tutorials bieden aanvullende informatie over andere veelgebruikte termen in de statistiek:
Wat is een observatie in de statistiek?
Wat is een invloedrijke observatie in de statistiek?
Wat is een covariaat in de statistiek?
Wat is een parameter die van belang is in de statistiek?